Een interessant gegeven in dit verband is dat gedurende de afgelopen twintig jaar waarin het internaat zo'n slechte" naam had, drie van de grootste bioscoopsuccessen en bestsellers onder de jeugd zich op een kostschool afspelen: /Dead Poets Society, Harry Potter /en /Les choristes. /Drie kostscholen die ook nog eens behoorlijk ouderwets zijn: met uniformen, rituelen en lijfstraffen bij de Angelsaksische varianten, en grijze bloesjes, sinistere gebouwen, stoffige leraren en afranselingen bij /Les choristes./
Het zou interessant zijn om het grote succes dat /Dead Poets Society /in 1989 onder het jonge publiek had te analyseren. De film werd haast unaniem afgekraakt door de critici en in de lerarenkamers: het zou een demagogische, zelfingenomen, archaïsche film zijn, onnozel, sentimenteel, in filmisch en intellectueel opzicht armoedig, allemaal argumenten waar je in alle redelijkheid niets tegen in kunt brengen... Dat liet onverlet dat hele hordes middelbare scholieren zich erheen spoedden en dolenthousiast terugkwamen. Wie aanneemt dat ze blind waren voor de tekortkomingen, schat een hele generatie wel erg laag in. De anachronismen van leraar Keating waren mijn leerlingen bijvoorbeeld niet ontgaan, en zijn onoprechtheid ook niet: 'Meneer, hij is niet helemaal "eerlijk", Keating, met zijn /Carpe diem, /hij praat erover alsof we nog altijd in de zestiende eeuw leven, maar in de zestiende eeuw gingen mensen veel vroeger dood dan nu!'
'En het is ook echt stom hoe hij ze in het begin een aantal bladzijden uit hun lesboek laat scheuren, voor iemand die zichzelf zo open vindt... Waarom verbrandt hij dan niet alle boeken die hij niet goed vindt? Ik zou het geweigerd hebben.'
Agezien hiervan hadden mijn leerlingen het een 'geweldige' film gevonden. Stuk voor stuk identificeerden ze zich met de Amerikaanse jongeren uit de jaren vijftig die in sociaal en cultureel opzicht ongeveer even dicht bij ze stonden als marsmannetjes. Ze waren stuk voor st:'Jk dol op acteur Robin Williams (van wie volwassenen vonden dat hij het er te dik bovenop legde). De docent Keating die hij speelde symboliseerde voor hen de warme menselijkheid en liefde voor het lesgeven: hij hield van zijn vak, was geheel toegewijd aan zijn leerlingen en had daarbij ook nog eens de energie van een onvermoeibare coach. Het isolement van het internaat maakte zijn lessen nog intenser en gaf ze een intieme en dramatische sfeer die ons jonge publiek in zekere zin ook tot /zijn /studenten maakte. In hun ogen waren de lessen van Keating een initiatieritueel dat alleen voor hen bestemd was. Het stond helemaal los van de familie. En van de leraren. Een leerling van mij drukte het zonder omhaal van woorden als volgt uit: 'Nou, dan vinden de leraren er maar niks aan. Het is ónze film, niet die van jullie!'
Penac, Schoolpijn, p. 60
Een blog waarop we de fictie delen waarin representatie van onderwijs centraal staat. Work-in-progress voor onderwijs, onderzoek en publicaties.
dinsdag 20 januari 2009
Pennac over DPS
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten