maandag 26 januari 2009

Wiener Eindelijk volstrekt alleen

Eindelijk volstrekt alleen
Wiener, L.H.

Autobiografisch getint relaas van de wording van een schrijver.

Werkelijkheid en fictie zijn in het werk van deze Nederlandse schrijver (1945) nauwelijks te scheiden. Eenzaamheid, in eerder werk opgezocht of opgedrongen gekregen, wordt hier tot een definitieve levensstaat gemaakt. Dit boek is een afrekening met zijn omgeving om definitief afstand te kunnen nemen. Wieners belangrijkste bevrijding is die van zijn literaire alter ego Victor van Gigch, *leraar Engels aan een middelbare school in Haarlem*. Allerlei onderwerpen, in verschillende genres vormgegeven, passeren de revue: vrouwen, s*chool en onderwijs*, uitgevers, literatoren, literair recensenten die achteloos aan zijn werk voorbijgingen (bijvoorbeeld zijn oud-leerling Jeroen Vullings, chef literatuur van Vrij Nederland). Verstopt in de zakelijke, soms venijnige afrekeningen ook verwijzingen naar zijn fysieke perikelen, en daarmee naar het afscheid van het leven. Dit autobiografische boek is onderhoudend, bondig en onderkoeld geschreven met rake metaforen: 'hoe zondiger de levenswandel, hoe langer men moet lopen'. Wiener zegt ergens in dit boek: 'Schrijvers schrijven hun eigen werkelijkheid en hun eigen geschiedenis (..)'. Daarvan is dit boek een mooi voorbeeld. Kleine druk.

Recensent NBD|Biblion : Gerard Oevering

Geen opmerkingen: