maandag 26 januari 2009

Wiener Interview

Interview:
Het Andere Boek

"Wat mijn zelfbeeld betreft, denk ik dat ik redelijk goed wegkom met mezelf. Als ik een gedachte heb als 'jongen, je bent een lafaard, je bent veertig jaar lang leraar geweest, terwijl je je beter al die tijd fulltime aan je schrijverschap zou hebben gewijd', dan besef ik tegelijkertijd dat zulks onzin is. Ik zou geen betere schrijver zijn geweest wanneer ik nooit les had gegeven. Ik ben er mij met andere woorden van bewust dat ik mezelf niets te verwijten heb. Temeer omdat ik het waarschijnlijk acht dat ik, mocht ik geen vaste betrekking hebben aangehouden, jarenlang als een bohemien in de kroeg zou hebben gewoond en er nu allang niet meer zou zijn."

'Het waren de leerlingen die hem gaande hielden, die hem kracht gaven, die hem opbeurden', luidt het in Nestor. Vreest u soms, wars van alle misantropie, dat uw recente pensionering en het daaruit volgende feit dat u nu 'eindelijk volstrekt alleen' nog schrijver bent een onverhoopte vorm van eenzaamheid mee zal brengen?

"Dat moet ik nog afwachten. Als ik na het binnenkomen van het klaslokaal de deur achter me dichttrok, sloot ik mij samen met mijn klas af van de boze buitenwereld. En een zinnetje dat ik dan vaak gebruikte, was 'Je mag niet tegen me jokken. Buiten móéten we jokken, meejokken met de leugenaars, maar hier doen we dat niet.' Zo creëerde ik een eigen, betere wereld, zowel voor mezelf als voor de leerlingen. En zo zou je zeker ook kunnen zeggen dat ik een andere man was in mijn lokaal dan erbuiten. Als leraar was ik aardig."

In het klaslokaal was u zichzelf?

"Een zeer goede vraag, want dat weet ik dus niet. In ieder geval was ik in sociaal opzicht als leraar op mijn best. Ik kon die rol als leraar als het ware van nature spelen, zeg maar, paradoxaal als het dan klinkt. Die rol ging mij goed af.

(...)
"Overigens heb ik ook nooit toegestaan dat van mijn leraarschap een censurerende werking op mijn literaire werk uitging: zuipen, bordeelbezoek, het staat er allemaal in, en daar heb ik gelukkig ook nooit last mee gehad, al dan niet omdat ik er als uitgesproken autobiografisch schrijver toch altijd op ben blijven hameren dat ik, net als alle schrijvers trouwens, sowieso fictie schrijf. Je moet altijd zeggen dat je fictie schrijft, dan ben je in één klap van het gezeik af."

Geen opmerkingen: